Mount Fuji was een erg mooi gebied, waar genoeg te beleven en te zien was. We hadden er rustig nog dagen kunnen rondtoeren, maar we willen nog meer zien, het weer werd minder goed en de camping was nogal prijzig en eenzaam. Dus we hebben 1 dag besteed aan het bezoeken van grotten en een pagode en daarna zijn we weer verder getrokken.
De eerste grot waar we naartoe gingen was de Ice cave, een grot die aanvoelt als een vrieskist. Je stapt erin en moet met een trapje naar beneden en zodra je drie stappen hebt gezet wordt het ijskoud. Maar zodra je weer drie stappen terug zet, sta je weer in 30 graden hitte. Heel bizar. Cyenn mocht niet mee naar binnen en toen we er eenmaal in waren, snapten we waarom. De grot was zo laag op sommige plekken, dat je op je hurken erdoor moest kruipen en dat was op sommige plekken best spannend. Gelukkig was het maar een kleine grot, binnen een kwartier sta je weer buiten. En Tiaz vond het fantastisch. In de grot staan uitgehakte ijsblokken en stalactieten en stalacmieten van ijs.
Daarna zijn we doorgegaan naar de windcave, hoewel het daar niet waaide. Ook daar was ijs te zien en die was een iets makkelijker niveau dan de ijsgrot, dus ook Cyenn mocht mee de kou in.
Vervolgens zijn we ook nog naar de batcave gegaan, waar volgens video's en foto's echt vleermuizen zouden moeten zitten, maar toen wij er waren, waren die niet thuis, helaas. Hier moest je nog meer kruipen om sommige plekken te bereiken, dat vonden we net een beetje teveel.
Daarna zijn we langs 1 van de 5 Fujimeren naar een bekende pagode gereden, waar je mooi uitzicht op Mount Fuji hebt, als die tenminste niet in de wolken verstopt zit. Dat zat hij nu wel grotendeels, helaas. Deze wandeling werd nog wat interessanter, omdat er in eerste instantie borden stonden dat je moest uitkijken voor apen. Maar vervolgens werd de wandeling wat spannender, omdat er ook waarschuwingsborden stonden dat er een beer in de omgeving was... Gelukkig zijn we die niet tegengekomen.
De volgende dag zijn we verder gereden richting Nagoya, met een tussenstop langs de weg, waar we een Starbucks tegenkwamen, waar we toch echt even in moesten. De wc's in Japan zijn toch elke keer een belevenis. Ze hebben er hele machines aan zitten, met verwarmende bril en verschillende spoelopties. We zagen vaak ook muzieknootjes er op staan, maar wisten eigenlijk nooit waar dat nou voor was. Tot we de uitleg op dit bord zagen... Om de geluiden die je zelf maakt op de wc weg te moffelen dus... Gekke Japanners.
Bij diezelfde wc's kwamen we ook weer een waarschuwingsbord tegen, dit keer voor een beestje, waarvan wij dachten dat die alleen in Australië leefde: de redbackspider. Blijkbaar zit die hier dus ook.
De camping bij Nagoya die we op het oog hadden was natuurlijk gesloten voor onderhoud. Maar ze wisten nog wel een andere camping voor ons, dus daar zijn we maar naartoe gegaan. Dat was een echte outbackcamping, middenin de bergen en met nauwelijks telefoon of internetbereik. Zoals je kunt zien aan de telefoon gingen we er echt terug in de tijd.
Op zich was het best een leuk plekje, helemaal voor ons alleen. Er waren af en toe wel andere mensen, maar die gingen ook weer weg. Er was een leuk waterpartijtje bij.
Slangen leven er blijkbaar ook, maar zijn we niet tegengekomen.
De volgende dag zijn we verder gereden in de richting van Nara. We hoopten eigenlijk om daar in de buurt op een camping te kunnen staan, zodat we de stad zouden kunnen bekijken. Maar de eerste camping zag er niet uit en er was ook geen mens te bekennen. De tweede camping was wel open, maar ook daar geen levend wezen gezien. En de derde optie bleek halverwege de route niet te bereiken, omdat we daarvoor een bergpas over moesten, waar de maximale doorrijhoogte 2,6 meter was en wij zijn met de camper bijna 3 meter. Dus zat er niks anders op dan door te rijden naar de volgende optie, die gelukkig niet heel ver weg meer was.
Uitzichtfoto's van onderweg en onze omgeving.
Hier hebben we een betaalbare camping, voor de verandering, met ook andere gasten. Wc's en douches zijn netjes en de omgeving is ook leuk. Even tijd voor een pauze hier, aangezien we allemaal aan het snotteren zijn. Tijd voor de was, opruimen van de camper en relaxen. Op de eerste dag zagen we al veel hertenpoep hier liggen, inmiddels hebben we ook een paar herten gezien. En we zagen ook een groepje apen voorbijlopen. Mark heeft zelfs de lokale fauna in stand gehouden door een bloedzuiger van voedsel te voorzien. Genoeg te beleven hier dus!
Plan is om vanaf hier nu door te rijden naar Shingu, waar de hoogste waterval van Japan is.